25 maart t/m 11 juni 2023 - wegens succes verlengd t/m 17 sep!
Voormalige Synagoge, IJsselkade 33
Foto G.J. van Rooij
Arthur Slenk (Amsterdam, 1941) is altijd op zoek naar oude papierdocumenten. Hij vindt ze overal. Op een veiling, een brocantemarkt of slingerend in een hotelkamer. Dit kunnen advertenties uit 70 jaar oude kranten zijn, maar ook een doosje fotohoekjes of een notitieboekje van een timmerman, die zijn berekeningen genoteerd heeft en het illustreerde met schematische tekeningen. Handschriften van cijfers, letters, uitroeptekens en punten spreken tot Slenks verbeelding.
![]() |
![]() |
Arthur Slenk, collage | Arthur Slenk, assemblage |
Met chirurgische precisie snijdt en knipt hij ze los en categoriseert ze tot stapeltjes minuscule vierkantjes en rechthoekjes van ongeveer een halve vierkante centimeter, soms zelf kleiner. De b’s gaan bij de b’s, de streepjes bij de streepjes en de vraagtekens bij de vraagtekens.
Wanneer het hele document anatomisch ontleed is, zijn de bouwstenen klaar om tot een nieuw geheel geplakt te worden. Slenk weet vooraf nooit wat het gaat worden. Het is alsof hij een machine uit elkaar heeft gehaald en hem nu weer in elkaar moet zetten, maar dan volgens een andere gebruiksaanwijzing. Eentje die nog bedacht moet worden en ontstaat tijdens het schuiven en plakken. Het eindresultaat is poëtisch, een collage passend in het universum van Arthur Slenk. Het is monnikenwerk, ooit omschreven door bevriend journalist en schrijver H.J.H. Hofland als ‘Beheerste Bezetenheid’.
Op deze manier ontstond ook Slenks levenswerk Partituur. In 1990 vond de kunstenaar twee dozen met beschreven muziekpapier. Het werd tussen 1872 en 1941 gebruikt door een amateurorkest. Arthur Slenk gaf het een tweede leven en maakte er 140 collages van, waar hij zeven jaar aan werkte. Het verscheen in 2006 in boekvorm en is ondertussen een gewild verzamelobject. ‘Dit zou ik nu niet meer kunnen’, vertelt Slenk. ‘Ik moest de opticien meerdere malen bezoeken voor een steeds sterkere bril.’
‘Geen dag zonder Picasso’
Collagekunst ontstond al in de middeleeuwen, maar de Spaanse kunstenaar Pablo Picasso (1881- 1973) heeft het in zijn kubistische periode begin vorige eeuw bekendheid gegeven. Daarna volgden de dadaisten en de surrealisten. Het dadaïsme of kortweg dada was een culturele beweging die tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstond in Zürich, in het neutrale Zwitserland. De beweging was tussen 1916 en 1920 op haar hoogtepunt. De kunstenaars van dada hielden zich bezig met mengvormen van beeldende kunst, poëzie, theater en grafisch ontwerp. Dada heeft kort bestaan, maar haar invloed is groot geweest.
Dada is een kunst die de realiteit op zijn kop zet. Kunstenaars hielden zich bezig met het gebruik van voorwerpen die al bestonden, maar maakten er net iets anders van dan het oorspronkelijke. Als een tegenbeweging ondergraven ze algemeen geaccepteerde standaarden. Eén van de oprichters van dada was de Duitse kunstenaar Max Ernst (1871-1976). ‘Max Ernst is mijn vader’ zegt Arthur Slenk. Naast dada was Max Ernst ook betrokken bij de totstandkoming van de kunststroming surrealisme. Zij maken gebruik van abstracte droombeelden en vrije associaties om hun gevoel te uiten in hun kunstwerk. Arthur Slenk is sterk beïnvloed door beide stromingen.
Yvon Gaugain
Slenks serie Yvon Gaugain is ontstaan naar aanleiding van een Frans schoolschrift dat hij op de kop had getikt. Op het etiket is te lezen: ‘Lyceé de Poitiers’, L’elève Gaugain (leerling Gaugain) en de datum 25-10-193. Met potlood is een 1 of een 7 achter de voorgedrukte cijfers 193 geschreven. Het handschrift is wat onduidelijk. Yvon zat dus in 1931 of 1937 in klas 4b van het lyceum in Poitiers en de surveilant van dienst (docent?) heeft zijn handtekening daar ondergezet.
‘Een uitmuntende leerling’, volgens Slenk. Hij heeft de inhoud van het schrift opgeknipt en verwerkt tot een serie collages, die een ode zijn aan een Frans schoolmeisje, waarvan alleen al de klank van haar naam alleen al fantasieën oproept. Zij heeft zelf haar naam in stevige blokletters, versierd met schaduwen, op de kaft geschreven. Of misschien heeft een vriendin of vriendje dat gedaan?
Slenk heeft op de eerste pagina bij wijze van ex libris een plaatje geplakt waarop een vrouw haar verleidelijke benen uitstrekt naar een straalkacheltje. Alleen de benen met pumphakjes zijn zichtbaar. Haar gezicht blijft buiten beeld. Yvon is een mysterie. Er volgt een collage van een roze met rood abstract naaktje en dan daarna de pagina’s met haar handschrift. Uit elkaar getrokken en herschikt tot een soort reliek. Een omlijsting van haar eigen handschrift met in het midden drie maantjes of vogels in dikke zwarte potloodlijnen, die haar wimpers zouden kunnen zijn. Drie, dat dan weer wel. De collages zijn gedichten vol verlangen.
Alles bestaat al
Naast losse collages heeft Arthur Slenk gedurende zijn leven ook veel kunstenaarsboeken geproduceerd. Mooie omslagen met daarin zijn vrije associaties op papier in collagevorm. Vreemde verzamelingen verknipt hij tot fascinerende beelden. Hij voegt nooit een eigen tekening of letter toe. Alles bestaat al. Zijn eerste boekje maakt hij op 5 jarige leeftijd met uitgeknipte bioscoopadvertenties. Aan zijn laatst voltooide boek werkte hij van 1998 tot 2022. Van dit meest recente boek, getiteld ‘Vraagbank voor collage onderzoek’ wordt een uitgave gemaakt die bij de tentoonstelling te verkrijgen is.Knipselboek van Arthur toen hij 6 jaar was
Assemblages
Kun je ook collages maken van voorwerpen? Jazeker, dat zijn assemblages. Arthur Slenk kijkt naar bestaande objecten en combineert ze tot kleine beeldjes. Ze lijken soms op speelgoed en komen je bekend voor. Maar ook hier wordt je vaak op het verkeerde been gezet en uitgedaagd tot anders kijken en denken. De deurbel van zijn atelier lijkt op een deurbel, maar is het niet. Je kunt drukken tot je een ons weegt. Het knopje van de bel is een rode punaise op een klein rond stukje hout, bevestigd in het hart van het apparaatje waar het elektronische mechaniek behoort te zitten. ‘Mensen staan hier wel eens te bellen’, vertelt Slenk verbaasd. ‘Ik hou er wel van om een beetje te roeren in andermans hersenen.’ Arthur Slenk, een dadaist pur sang.
Arthur Slenk in zijn atelier. Foto: Hans Westerink